comite gedichten dichters route

 

 

Nieuws

Aanmelden gevels & donaties

Nieuwsbrief

Meldpunt onderhoud gedichten

Links

Contact

 

ontwerp: Absoluut Designers

 

Deze website is mede mogelijk
gemaakt door:

Tante Louise Vivensis
Absoluut Designers
The Image Factory
Schildersbedrijf Tony Aarden

 

 

 

Benno Barnard

 

H.C. ten Berge

 

Bert Bevers

 

Frans Budé

 

Emma Crebolder

 

Maria van Daalen

 

Aleidis Dierick

 

Anton van Duinkerken

 

Anna Enquist

 

Peter Ghyssaert

 

Albert Hagenaars

 

Johanna Kruit

 

Pieter Langendijk

 

Y. Né

 

Ester Naomi Perquin

 

Hans Tentije

 

Jabik Veenbaas

 

Anne Vegter

 

Victor Vroomkoning

 

Hans van de Waarsenburg

 

 

 

 

Pieter Langendijk

 

Zonder titel – Franse Sortie

 

 

Pieter Langendijk (Haarlem 1683-1756) was een damastwever, patroontekenaar, toneelschrijver en dichter.

 

Pieter Langendijk was de zoon van Arend Kort, een metselaar die werd geboren in Langedijk. Op jonge leeftijd stierf zijn vader en zijn moeder begon een textielzaak. In 1695 verhuisden zij naar Den Haag. Vervolgens trokken de moeder en haar zoon naar Amsterdam. Met een baan in een damastweverij en als kantoorklerk zorgde Langendijk voor hun onderhoud. Rond 1708 volgde Pieter een opleiding in tekenen en schilderen, samen met Frans van Steenwijk. Op 28-jarige leeftijd verscheen zijn Don Quichot op de Bruiloft van Kamacho. Het bleek een groot succes en werd een vast nummer in de Schouwburg van Van Campen. De kluchten De zwetser en Het Wederzijds Huwelijksbedrog verschenen in de daarop volgende jaren.

 

Langendijk schreef nog meer komedies in de trant van Molière, die hij vertaalde of bewerkte. Samen met Hermanus Angelkot schreef hij Cato. Het stuk werd opgedragen op de oud-burgemeester Nicolaes Witsen. Zeer beroemd werd Quincampoix of de Windhandelaars, geschreven in het beruchte jaar 1720 toen John Law in Parijs veel speculanten ruïneerde. Arlequin Actionist is een commedia dell' arte klucht over de windhandel, bestaande uit slechts een acte, met een heuse vechtpartij, dans en muziek.
In 1722 werd hij in Haarlem benoemd als patroontekenaar, zijn moeder was inmiddels aan de drank. Hij had zowel een woning in als buiten de stad, voor het geval hij 's avonds niet meer de stad uit kon. Nadat zijn moeder was overleden, trouwde hij met een ziekelijke, humeurige en bazige vrouw, die elf jaar later stierf.

Langendijk schreef aan het einde van zijn leven nog enkele treurspelen, die nauwelijks aansloegen. In 1747 moest hij een groot deel van zijn boeken en bezittingen verkopen. Langendijk woonde in het Haarlemse Proveniershuis, waar hij kosteloos onderdak kreeg. Als tegenprestatie schreef hij een geschiedenis van de stad Haarlem. De vorige beschrijving van de stad stamde uit 1628 en was geschreven door Samuel Ampzing. Op zijn ziekbed liet hij zich thuis dopen. Maar vijf dagen overleefde onze Langendijk deeze godsdienstige verrichting ...

 

Langendijk besteedde veel aandacht aan de vorm: hij schreef stukken van vijf bedrijven met vergelijkbare lengte, waarin de symmetrie een rol speelde. Met een expositie, intrige en crisis, respecteerde hij de eenheden van tijd, plaats en handeling. Deze classicistische vorm gebruikte hij om de burgerij een spiegel voor te houden. Nergens wordt de toon moraliserend, maar toch gaat het duidelijk om zedenblijspelen (comédies de moeurs). Ze geven een beeld van de hypocrisie van de hogere standen: de hogere burgerij of de verarmde bourgeoisie.